top of page

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

21 MAART 2019. - Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarbij vergunningen worden verleend voor het exploiteren van een taxidienst met elektrische voertuigen of die wordt uitgebreid tot een bepaald aantal elektrische voertuigen waarvoor eerder vergunningen zijn verleend om een taxidienst te exploiteren



De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 betreffende institutionele hervormingen, zoals gewijzigd in het bijzonder door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001, artikel 6, § 1, X, 8 °;
Gelet op de verordening van 27 april 1995 betreffende taxidiensten en autoverhuur met chauffeur, de artikelen 3 tot en met 5;
Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 september 2003 tot vaststelling van het maximumaantal voertuigen waarvoor op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst kan worden afgegeven;
Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 september 2003 tot vaststelling van de aanvullende criteria voor het onderzoek van de verzoeken om vergunning om een taxidienst te exploiteren en tot vaststelling van de vorm en inhoud van de aankondiging aan het publiek en de procedure voor het onderzoeken van aanvragen;
Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 29 maart 2007 betreffende taxidiensten en autoverhuur met chauffeur, artikelen 48 tot 52;
Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 21 juni 2012 betreffende elektrische taxi's;
Gelet op de mededeling van 13 juni 2013 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 juni 2013 en de oproep die daarin verschijnt bedoeld voor operatoren van een taxidienst of kandidaat-operatoren van een taxidienst alsook de gecorrigeerde mededeling ("erratum" ) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 juli 2013;
Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23 december 2016 tot benoeming van de juryleden die verantwoordelijk zijn voor het uitbrengen van een advies over verzoeken om toestemming om elektrische voertuigen als taxi's te exploiteren;
Gelet op het besluit van de Raad van State nr. 242.902 van 9 november 2018 tot nietigverklaring van het besluit van 26 januari 2017 tot verlening van autorisaties voor het exploiteren van een taxidienst door middel van elektrische voertuigen of tot uitbreiding van autorisaties tot een bepaald aantal elektrische voertuigen om een taxi te besturen eerder verleende dienst;
Gelet op het advies dat op 30 januari 2019 werd uitgebracht door de jury samengesteld door het regeringsbesluit van 23 december 2016 tot benoeming van de juryleden die verantwoordelijk zijn voor het uitbrengen van een advies over verzoeken om toelating om elektrische voertuigen te besturen als taxi's;
Gezien het feit dat naar aanleiding van voormeld advies gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, 242 verzoeken werden ingediend;
Aangezien 55 verzoeken volledig zijn ingediend binnen de gestelde termijnen, kunnen ze worden onderzocht en vergeleken om tot een besluit te komen zodra het totale aantal voertuigen waarvoor deze exploitatieverzoeken zijn ingediend het maximumaantal van 50 elektrische voertuigen overschrijdt waarvoor deze machtigingen zullen waarschijnlijk worden afgegeven of verlengd in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving, zoals in het bijzonder vermeld in de mededeling gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad;
Overwegend dat 2 van de verzoeken die binnen de termijnen volledig werden ingediend, wijzen op het bestaan van een schuld jegens de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, die ze worden afgewezen wegens niet-naleving van artikel 2, § 3, 2 °, van het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 29 maart 2007 met betrekking tot taxidiensten en autoverhuur met chauffeur;
Overwegend dat het onderzoek en de vergelijking van al deze verzoeken werden voorbereid door de jury die verantwoordelijk is voor het uitbrengen van een advies en die aan het einde van dit werk het bovengenoemde advies van 30 januari 2019 heeft uitgebracht; dat de regering de inhoud van dit advies onderschrijft;
Gezien het feit dat na onderzoek van de verschillende aanvragen en vergelijking ervan, punten werden toegekend, in overeenstemming met artikel 6 van het besluit van 4 september 2003 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 5 van het regeringsbesluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 21 juni 2012 met betrekking tot elektrische taxi's en rekening houdend met de wegingscoëfficiënten, zoals bepaald in het advies van 13 juni 2013 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 juni 2013, evenals de 'corrigendum mededeling (“erratum”) gepubliceerd in de Belgische Staatscourant van 5 juli 2013;
Overwegend dat de Raad van State in zijn bovenvermeld arrest tot nietigverklaring van oordeel was dat de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de beoordeling van de subcriteria die in aanmerking worden genomen voor het criterium "exploitatieomstandigheden", moet specificeren;
Overigens overwegende dat de heer de Eerste Auditor in zijn verslagen met betrekking tot het criterium met betrekking tot het “volume van de kofferbak” een alternatieve berekening heeft voorgesteld op basis van een maximaal volume van de kofferbak van 895 liter; dat het ook, met betrekking tot het criterium met betrekking tot het "aantal en type terminal", van mening was dat het element "hernieuwbare energie" geen rechtsgrondslag vindt als beoordelingscriterium in artikel 6 van de beschikking van 4 september 2003, hierboven geciteerd of in artikel 5 van het besluit van 21 juni 2012 dat hierboven is aangehaald, en a fortiori, het zal er geen vinden als subcriterium of element van beoordeling van een criterium, in het bijzonder het beheersplancriterium; dat het ook van mening was dat de jury geen rekening kan houden met de "algemene presentatie van het dossier" om de verzoeken te beoordelen in het kader van het subcriterium "beheersplan", aangezien dit element geen verband houdt met de werking van de elektrische taxidienst en niet voorspelbaar;
Gezien het feit dat de kennisgeving van 13 juni gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 juni 2013, evenals de gecorrigeerde kennisgeving (“erratum”) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 juli 2013, het aantal voertuigen per operator niet beperkt; dat de regering de wens heeft geuit om het aantal te beperken tot 7 voertuigen per operator; dat deze beperking bedoeld is om te reageren op een reeks marktfalen; dat deze beperking het mogelijk maakt een voldoende diversiteit aan concurrenten op de markt te waarborgen door de subsidie niet te beperken tot twee of drie spelers; overwegende dat deze beperking het mogelijk maakt de gelijke kansen tussen kleine en grote landbouwers te behouden; dat deze beperking een zekere rentabiliteit voor de exploitanten waarborgt; dat deze beperking zorgt voor een betere verdeling van taxi's over de verschillende segmenten van de sector; dat deze beperking het mogelijk maakt een kwaliteit van de dienstverlening te garanderen in termen van tijdelijke en geografische beschikbaarheid; dat de beperking tot 7 is gebaseerd op de combinatie van deze verschillende zorgen;
Overwegend dat wanneer een exploitant die een vergunning ontvangt, failliet wordt verklaard, de operatie wettelijk zijn activiteiten staakt; dat na faillietverklaring de afgegeven machtiging geacht wordt zonder voorwerp te zijn geworden, waardoor deze komt te vervallen;
Gelet op het feit dat, in overeenstemming met artikel 7, § 1, van de verordening van 27 april 1995, de vergunningen om een taxidienst te exploiteren, afgegeven door dit besluit, gelden voor een periode van zeven jaar en dat in toepassing van artikel 7, §§ 1 en 3, van deze verordening, de machtigingen om een reeds bestaande exploitatievergunning uit te breiden tot een bijkomend aantal voertuigen die die waarnaar wordt verwezen in artikel 7 van deze verordening blijft vanaf de uitgifte of de datum waarnaar wordt verwezen ter gelegenheid van de laatste vernieuwing;
Gelet op het openbaar nut van taxidiensten;
Gelet op het oordeel van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 maart 2019;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 20 maart 2019;
Gelet op de gelijkekansenproef van 11 maart 2019;
Op voorstel van de minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken,
Na overleg
Stop :
Artikel 1. De volgende machtigingen om een taxidienst te exploiteren worden verleend:
- aan de heer Ibrahim HABIMANA een vergunning om een taxidienst met een elektrisch voertuig te exploiteren. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar ingaande op 1 januari 2014;
- aan de SCRL "ZE < TAXI > " een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst met drie elektrische voertuigen. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar ingaande op 1 januari 2014;
- aan SA "LIBERTY CARS" de verlenging van de reeds verleende vergunning voor zeven elektrische voertuigen;
- aan de SPRL "ALRAHA" de verlenging van de reeds verleende vergunning voor zeven elektrische voertuigen;
- SCS "NEW HOPE": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal één elektrisch voertuig. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS "HANY": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal drie elektrische voertuigen. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS " < TAXI > NATIONAL": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal één elektrisch voertuig. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- Dhr. Désiré NSENGIYUMVA: een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal één elektrisch voertuig. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS "MALIESSE": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal één elektrisch voertuig. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS "JMP < TAXI > ": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal twee elektrische voertuigen. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS "KARDAM < TAXI > ": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal één elektrisch voertuig. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS "OMEGA": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal vier elektrische voertuigen. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS "JF < TAXI > ": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal drie elektrische voertuigen. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS "ZRAYEB COMPANY": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal twee elektrische voertuigen. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SCS "ALPHA": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal vier elektrische voertuigen. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- SNC "KINIGI": een vergunning om een taxidienst te exploiteren met maximaal één elektrisch voertuig. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 1 januari 2014;
- aan de SPRL "CABITAR" de verlenging van de reeds verleende toelating voor twee elektrische voertuigen;
- aan SCRI "NANAZ" de verlenging van de vergunning die haar reeds was verleend voor vijf elektrische voertuigen;
- aan de heer Khalid RIFI LAROUSSI een vergunning om een taxiservice te exploiteren met een elektrisch voertuig. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van zeven jaar ingaande op 1 januari 2014;
Kunst. 2. In geval van weigering om de in artikel 1 bedoelde vergunningen te aanvaarden of indien elektrische voertuigen niet binnen zes maanden na kennisgeving van de vergunning of verlenging van de vergunning daadwerkelijk in gebruik worden genomen, kunnen deze in aflopende volgorde worden verleend en door loting door een gerechtsdeurwaarder bij identieke offertes:
- aan de SCS "BPH" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- bij de BVBA "MILIMO" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- aan de BVBA "Z-TAXIS" met betrekking tot zeven elektrische voertuigen;
- de SPRL "TRECO" met betrekking tot zeven elektrische voertuigen;
- aan de BVBA "RAYANE & PARTNER" met betrekking tot zeven elektrische voertuigen;
- aan de BVBA "Z-TRANS" met betrekking tot zeven elektrische voertuigen;
- aan de BVBA "TRAMYSO" met betrekking tot zeven elektrische voertuigen;
- aan de SCRI "LANGLICHE" met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- aan de heer Mohamed ZITOUNI (in de vorm van een op te richten rechtspersoon) met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- aan de SCS "PIGEON EXPRESS", de uitbreiding van de reeds verleende vergunning voor twee elektrische voertuigen;
- aan de BVBA "DKM" met betrekking tot vier elektrische voertuigen;
- bij de BVBA "FYLRA" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- aan de heer Atifi YASSEN betreffende een elektrisch voertuig;
- aan de SPRL "CABISAR BIS" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- naar de BVBA "KAVE" met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- aan de SCRL "MAHDAOUI" met betrekking tot zeven elektrische voertuigen;
- aan de heer Damien WALCKIERS over zeven elektrische voertuigen;
- aan de SCS "WABER" met drie elektrische voertuigen;
- op de SCS "MICHEL" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- aan de BVBA "KARA" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- aan de BVBA "SIDI & CO SERVICES" met betrekking tot zeven elektrische voertuigen;
- aan de heer Deo SANGWO (in de vorm van een nog op te richten rechtspersoon) met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- op de SCS "HAHATI TX" met betrekking tot drie elektrische voertuigen;
- aan de SCRL "EMA" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- aan de SCS "LUCA LIMOUSINE" met twee elektrische voertuigen;
- bij de BVBA "BK" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- aan de SPRL "AKBAS" met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- op de SCS "BJM" met betrekking tot twee elektrische voertuigen;
- aan de heer Abel Majid M'RABET met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- op " < TAXI > RPURE" (in de vorm van een op te richten rechtspersoon) met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- aan de BVBA "STEA" met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- de heer Jean-Claude MPUNGA met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- aan de heer Ates CEMAL met betrekking tot een elektrisch voertuig;
- aan Mr. Serge PATIN op een elektrisch voertuig.
Kunst. 3. In geval van faillissement van de houder van de machtiging bedoeld in artikel 1, vervallen deze door verlies van voorwerp vanaf de datum van de declaratoire uitspraak van faillissement en vallen ze in de categorie bedoeld in artikel 2.
Kunst. 4. In geval van weigering om de in artikel 1 bedoelde vergunningen te aanvaarden of bij gebreke van daadwerkelijke ingebruikneming van elektrische voertuigen binnen zes maanden na kennisgeving van de vergunning of van de verlenging van de vergunning, moet de minister die het vervoer tegen betaling heeft verricht van de mensen in zijn attributies kan de machtigingen verlenen aan de operatoren bedoeld in artikel 2 met inachtneming van de vastgestelde classificatie.
Kunst. 5. De minister die het bezoldigd personenvervoer in zijn toewijzingen heeft, is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit.
Kunst. 6. Dit besluit treedt in werking op 31 maart 2019.
Brussel, 21 maart 2019.
Voor de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
De Minister-President van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Lokale Overheden, Territoriale Ontwikkeling, Stadsbeleid, Monumenten en Landschappen, Studentenzaken, Toerisme, Overheidsdienst, Onderzoekswetenschappen en openbare netheid,
R. VERVOORT
De Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Mobiliteit en Openbare Werken,
P. SMET

bottom of page